Antispin behandeling:
Spinnen kunnen een hoop overlast veroorzaken doordat ze web resten en spinnenvuil achterlaten die maar moeilijk schoon te maken zijn. Wij werken met een anti spinnen middel dat op vriendelijke wijze de spin naar een andere plek dirigeert. Het is dus geen verdelgingsmiddel!
Wanneer is de beste tijd voor een behandeling:
Preventief spuiten, het best nog vóór het spinnenseizoen (april – mei), bespaart u het smerige werk de spinnen en hun uitwerpselen te verwijderen, zodat uw (bedrijf)pand meteen al vanaf het begin van het seizoen spinvrij is en blijft.
In het naseizoen (vanaf augustus) is het de beste tijd voor de tweede behandeling, zodat de spinnen in de winter geen nieuwe nesten gaan maken en de spinnenplaag in het voorjaar weer terug is.
Hoe lang blijft de impregnerende werking van antispin effectief:
Na de antispin behandeling zijn de behandelde oppervlakten, afhankelijk van de weersinvloeden en spinnenpopulatie, tot 6 maanden lang beschermd tegen spinnen en hun uitwerpselen.
Plaagdierbestrijding:
Omdat er voor iedere locatie een andere oplossing nodig is om ongedierte te bestrijden, is het goed voor een professionele ongediertebestrijder te kiezen. Bij Cleaning Service Versteegh heeft men de vakkennis en juiste middelen om u effectief van uw ongedierteprobleem af te helpen.
Wij inventariseren het probleem, determineren (stellen vast welk ongedierte het betreft) maken samen met u een bestrijdingsplan en geven u tips en advies over wering van het ongedierte. Het gevaar van zelf bestrijden van ongedierte is dat u ongewild resistentie kunt veroorzaken bij bijvoorbeeld ratten en muizen, door ondeskundig gebruik van rodenticiden (vergif).
Heeft u last van ongedierte neem dan contact met ons op voor een vrijblijvend en vakkundig advies!
Boktor (Hylotrupes Bajulus):
De huisboktorlarve heeft zich gedurende de laatste jaren ontwikkeld tot één van de schadelijkste hout vernielende insecten. De larven van deze kever, die 4-5 jaren (en soms 10- 12 jaren) in het hout leven, tasten vooral het hout van schuren en huizen aan. In het bijzonder het dakbeschot en de dikke steun balken van daken en vloeren. De schade kan soms zodanig zijn, dat de draagkracht van het aangetaste hout aanzienlijk vermindert. Soms is het beter de zwaar aangetaste balken te vervangen voor nieuwe balken. Deze boktor hoort bij de ‘droogboorders’ niet te verwarren met de onschadelijke ‘natboorders’.
Uiterlijk
• Een volwassen huisboktor is 1.2 tot 3cm lang, bruinzwart en heeft 2 grijsachtige vlekken op de dekschilden.
• De larve heeft een lengte tot 3 cm, heeft zeer kleine pootjes en is geelachtig wit en heeft sterke kaken.
Ontwikkeling
• Volledige gedaante verwisseling. (ei, larve, pop, imago).
• Eistadium: 1 tot 2 weken, larvestadium 4 tot 5 jaar (soms 12 jaar), popstadium 2 tot 4 weken, imagostadium 3 tot 4 weken.
• Een temperatuur van 25 graden C en hoger en een hoge relatieve luchtvochtigheid is gunstig voor de ontwikkeling van de huisboktorlarve.
Leefwijze
De huisboktor tast naaldhout aan, zoals vuren en grenen, vooral spinthout.
• De uit de eitjes komende larven boren zich ter plaatse in het hout en maken daarin boorgangen, die geheel met boormeel gevuld worden en een ovale doorsnede hebben.
• De uitvliegopening is ovaal, lengte 6 tot 9mm, gewoonlijk met een gerafelde rand.
Schade
• Huisboktorren tasten vaak dakconstructies aan. Zelfs dikke balken kunnen in enkele jaren nagenoeg geheel verpulverd worden. Bij grenen wordt alleen het spinthout aangetast, bij vuren wordt ook het kernhout aangetast.
• Dikke, dragende balken kunnen in enkele jaren nagenoeg geheel worden verpulverd. Vaststellen van de aantasting: wanneer het vermoeden bestaat dat het hout is aangetast door larven van de huisboktor dient men goed op het volgende te letten: Bij warm weer kan men de larven horen knagen en er zijn ovale uitvliegopeningen en een rimpelige houthuid aanwezig!
Wering/preventie
• Loofhout of verduurzaam naaldhout toepassen.
• Naaldhout voor verwerking controleren op aanwezigheid van de huisboktor.
Bij toepassing van naaldhout dit zorgvuldig verven of vernissen, zodat geen eitjes op het houtoppervlak gelegd kunnen worden.
De Huismuis (Mus musculus):
Uiterlijk:
De rug is lichtbruin tot donkergrijs, de buik lichter: allerlei kleurvariëteiten, incl. albino’s. Ze hebben een slanke bouw, een spitse kop, grote oren, kraalogen, 5 tenen aan elke poot en een lange dunne staart die even lang of langer dan het lichaam is. Volwassen muizen zijn 7 tot 10 cm lang en wegen 15- 30 gram Pasgeboren muizen zijn kaal en blind en wegen tussen de 0,5 en 1 gram.
Wijfjes hebben in de leeftijd van 2 tot 12 maanden gemiddeld 6-10 worpen, waarvan de draagtijd 3 weken is. Het nest bestaat gemiddeld uit 5 tot 6 jongen. De jongen zijn na 2 maanden geslachtsrijp. De normale levensduur van een huismuis is ca. 1 jaar.
De uitbreiding van de populatie is afhankelijk van onder meer nestelgelegenheid en de hoeveelheid en kwaliteit van beschikbaar voedsel.
De huismuis is een alleseter met een duidelijke voorkeur voor granen, peulvruchten en noten. Ook kaas, spek, boter en voedsel met een hoog suikergehalte zoals snoepgoed staan op zijn menu. Een huismuis eet per dag ca. 3-5 gram (bij een grote populatie is dat een grote hoeveelheid voedsel), en kunnen door het vocht in het voedsel enige dagen zonder drinken blijven leven.
De huismuis heeft een groot aanpassingsvermogen, is een uitstekende klimmer (tegen enig zins ruwe oppervlakten) kan goed springen, reageert snel indien er gevaar dreigt en is zeer nieuwsgierig. De huismuis is meestal in de nacht actief en kunnen daarbij aardig de rust verstoren. Ze verschuilen zich onder vloeren, op zolders, achter beschietingen, boven plafonds en in en onder opgeslagen materialen en goederen. De huismuis en zijn familie hebben een eigen leefgebied/ territorium dat verdedigd wordt tegen indringende soortgenoten. De sterke mannelijke exemplaren domineren de lagere rangorden.
Een na een bestrijding vrijgekomen territorium kan spoedig weer worden ingenomen door een andere muizenfamilie, tenzij er tijdig goede weringsmaatregelen worden getroffen.
De uitwerpselen van de huismuis zijn zwart 3-8 mm lang en 1-3 mm dik met vrij spitse uiteinden (lijkt op hagelslag). De huismuis produceert dagelijks ongeveer 80 uitwerpselen welke verspreid worden aangetroffen. Op veel belopen paden laat de huismuis buiksmeer achter en in stoffige omgevingen blijven pootafdrukken en sleepsporen van de staart achter. Door de knaagactiviteiten blijven er knaagsporen achter (bij granen de velletjes van de gaansoort omdat de huismuis deze pelt).
Bij grote overlast van de huismuis (grote populatie) ontstaat er een muskusgeur.
Schade veroorzaakt door de huismuis:
* Kunnen ziektekiemen verspreiden, voedselvergiftiging veroorzaken, huidziekten veroorzaken en verspreiden modderkoorts.
* Volwassen huismuizen consumeren gemiddeld 3-5 gram voedsel per dag.
* Bevuilen voedselvoorraden met hun uitwerpselen (80 per dag) en urine.
* Veroorzaken knaagschade aan allerlei materialen.
* Stankoverlast door urine en muskusgeur.
* In woningen soms rust verstorend.
Weringsmaatregelen: door zorg te dragen voor deugdelijke bouwkundige voorzieningen in en om panden wordt er een negatief leefmilieu voor de huismuis gecreëerd. Openingen, naden, kieren en doorvoeropeningen groter dan 5 mm zullen, om looproutes en ingangen te ontnemen moeten worden afgedicht met de juiste materialen.
Voorkomen van rommelhoeken (schuilplaatsen) en het aanbod van voedsel zoveel mogelijk voorkomen. Bij dierverblijven voor de avond de voederresten opruimen.
Ook zullen vanuit het oogpunt van de hygiëne de ontoegankelijkheid van afval en de juiste snelle afvoer hiervan een bijdrage leveren aan het ongediertevrij maken van de te behandelen objecten.
Bestrijding: Nadat er een grondige inspectie in en om het te bestrijden object is uitgevoerd wordt er door de bestrijdingstechnicus een bestrijdingsplan opgesteld en uitgevoerd. Hierbij zullen diverse lokaasdepots op verschillende tactisch gekozen plaatsen worden uitgezet.
Hierbij wordt gebruik gemaakt van wettelijk toegelaten bestrijdingsmiddelen- en methodes. Deze knaagdierbestrijdingsmiddelen (rodenticiden) zijn op basis van anticoagulanten (anti-bloedstollingsmiddelen) en voorzien van verschillende werkzame en giftige stoffen. Hierdoor heeft de bestrijdingstechnicus diverse methodes tot zijn beschikking om tot het gewenste resultaat te komen. Anticoagulanten zijn een multidosisvergif wat betekend dat het knaagdier er meerdere malen van moet eten om uiteindelijk te sterven. De periode tussen het plaatsen van de lokazen en het sterven van de huismuis bedraagt tussen de 5 tot 20 dagen.
Bij de bestrijding van de huismuis middels anticoagulanten is er het gevaar van doorvergiftiging aanwezig voor de huiskat. (Indien aanwezig tijdens de bestrijdingsperiode extra goed voeren!)
De Bruine rat (Rattus Norvegicus Berkenhout):
Uiterlijk
De rug is meestal grijsbruin, de buik lichter en er komen veel kleurvariëteiten voor, waaronder albino’s. De bruine rat heeft een stevige bouw, een vrij stompe snuit en goed zichtbare oren. De staart van de bruine rat is dik, vrijwel kaal en korter dan het lichaam (17-23 cm). Een volwassen bruine rat kan een lichaamslengte van 22 tot 30 cm bereiken en weegt ongeveer 500 gram. De pasgeboren bruine rat is kaal, blind en ongeveer 3 cm groot.
Wijfjes in de leeftijd van 3 tot 18 maanden kunnen maximaal 15 worpen hebben waarbij steeds 7 tot 10 jongen ter wereld komen. Theoretisch zou elk wijfje gemiddeld 15 × 8 = 120 jongen ter wereld kunnen brengen!
De draagtijd van de bruine rat is 21-23 dagen en de zoogperiode duurt 4 weken. De jongen zijn na 3 maanden geslachtsrijp. De vermoedelijke levensduur van de bruine rat is ongeveer tussen de 1 tot 3 jaar. Afhankelijk van de nestelgelegenheid en het voedselaanbod treedt grote sterfte op onder de jonge ratten. Gemiddeld sterft 75% van de jongen van de bruine rat. Bij voedseltekort of overbevolking komt kannibalisme voor.
Richtlijn bij de voortplanting van de bruine rat is dat elk wijfje 40 jongen ter wereld brengt welke ook weer aan de voortplanting gaat deelnemen.
De bruine rat is een cultuurvolger en heeft een bijzonder groot aanpassingsvermogen. Hij kan uitstekend graven, zwemmen en klimmen. Zijn reuk is zijn voornaamste zintuig en de bruine rat is ’s nachts het meest actief. Waar mensen wonen is de bruine rat niet ver uit de buurt.
Ze verblijven graag in de buurt van de mens en zijn bebouwing en de daaruit voortvloeiende afvalberg.
De bruine rat is een alleseter met een voorkeur voor het beste wat voorhanden is, granen, knolgewassen, groenten, fruit, zowel op het veld als in de opslag. Vlees, vis, en zelfs jong kleinvee wordt soms aangevallen door de bruine rat.
Volwassen ratten consumeren tussen de 15 en 30 gram voedsel per dag!
Bruine ratten hebben een voorkeur voor waterrijke milieus en hebben dagelijks vocht nodig, ongeveer 60 ml drinkwater per rat.
De schuilplaatsen van de bruine rat bevinden zich in gegraven holen, veelal aan walkanten, bij stapels hout, maiskuilen, mestputten en in riolen. Ook komen ze veel voor bij ongecontroleerde vuilstortplaatsen, onder en in gebouwen, onder en achter opgeslagen (vergeten) goederen.
De bruine rat leeft in een eigen territorium waarin geen soortgelijken worden toegelaten. Een leefgebied wat door een geslaagde bestrijdingsactie is leeggevallen zal binnen afzienbare tijd door een nieuwe kolonie bruine ratten worden betrokken, mits er afdoende maatregelen worden genomen.
De aanwezigheid van de bruine rat is te herkennen aan: uitwerpselen (bruin/grijs stomp ca. 2 cm lang en 0,5 cm dik, pindavorm) van welke hij er ongeveer 40 per dag produceert!
In tegenstelling tot de huismuis worden deze niet verspreid maar bij elkaar op hopen gelegd.
Bij een flinke kolonie bruine ratten is dat dus een behoorlijke hoeveelheid ongewenst ziekteverwekkend organisch afval!
Holen die de bruine rat graaft en welke zijn dicht getrapt zijn binnen 1 dag weer open. Omdat bruine ratten wantrouwende beestjes zijn gebruiken ze vaste looppaden (wissels) langs muren en randen. (bruine ratten zoeken veelal aan 1 zijde dekking). Op veel belopen randen en looppaden treft men buiksmeer aan en in stoffige en zanderige ondergronden kunt u pootafdrukken en duidelijke sleepsporen van de staart aantreffen.
De knaagdrift waarmee de bruine rat geboren is (zijn tanden groeien door) kan tot grote schade leiden, waaronder kortsluitingen met als gevolg brand.
Schade:
* Drager van ziektekiemen, vormen bedreiging voor volksgezondheid. Ziektes die ze overbrengen zijn: ziekte van Weil, Paratyphus, Varkenspest, Pseudovogelpest, Trichinosis e.a.
* Volwassen bruine ratten consumeren gemiddeld 15- 30 gram voedsel per dag.
* Bevuilen voedselvoorraden met hun uitwerpselen en urine.
* Veroorzaken knaagschade aan o.m. verpakkingsmaterialen, houten vloeren, leidingen en kabels (storingen/ kortsluiting) en aan isolatiematerialen.
* Ten gevolge van graverijen door de Bruine rat kunnen verzakkingen optreden.
Weren:
De bruine rat als ongewenste bezoeker buitenhouden is mogelijk. Hiervoor zult u een aantal maatregelen dienen te treffen. Bouwkundige zoals het dichten van doorvoeropeningen van leidingen, bolroosters plaatsen op hemelwaterafvoeren in dakgoten, goed sluitende deuren aanbrengen, beplanting om uw object tenminste 60 cm van de wand houden, en de riolering controleren op verzakkingen en missende ontstoppingsdeksels. Uiteraard is de algehele hygiëne binnen het object van groot belang, als ook de geregelde juiste opslag en afvoer van vuilnis. Voor uitgebreidere informatie en weringstips kunt u contact met ons opnemen.
Bestrijding:
Nadat er een grondige inspectie in en om het te bestrijden object is uitgevoerd wordt er door de bestrijdingstechnicus een bestrijdingsplan opgesteld en uitgevoerd. Hierbij zullen diverse lokaasdepots op verschillende tactisch gekozen plaatsen worden uitgezet.
Hierbij wordt gebruik gemaakt van wettelijk toegelaten bestrijdingsmiddelen- en methodes. Deze knaagdierbestrijdingsmiddelen [ rodenticiden] zijn op basis van anticoagulanten (anti- bloedstollingsmiddelen) en voorzien van verschillende werkzame en giftige stoffen. Hierdoor heeft de bestrijdingstechnicus diverse methodes tot zijn beschikking om tot het gewenste resultaat te komen. Anticoagulanten zijn een multidosisvergif wat betekent dat het knaagdier er meerdere malen van moet eten om uiteindelijk te sterven. De periode tussen het plaatsen van de lokazen en het sterven van de bruine rat bedraagt tussen de 5 tot 30 dagen.
Bij de bestrijding van de bruine rat middels anticoagulanten is er het gevaar van doorbesmetting aanwezig voor de huiskat. (Indien aanwezig tijdens de bestrijdingsperiode extra goed voeren!)
Duitse kakkerlak (Blatella Germanica L):
Kakkerlakken komen in grote aantallen over het algemeen voor in:
• Levensmiddelenbedrijven
• Ziekenhuizen
• Aan boord van schepen
• Restaurants
• Bakkerijen
• Hotels
• En op vuilstortplaatsen.
De laatste jaren komen de kakkerlakken ook steeds meer voor in woonhuizen en flats. De Duitse kakkerlak is in Nederland de meest voorkomende kakkerlakkensoort. De Duitse kakkerlak komt algemeen voor in de tropen, zowel buiten als in gebouwen. In de tropen zijn het de opruimers in de natuur. Ze worden door de internationale handelsverkeer van met name voedingsmiddelen makkelijk wereldwijd verspreid. Ze worden makkelijk verspreid door meermalen gebruikte kisten, dozen, manden, containers en zelfs met bagage en door verhuizingen en transporten.
Leefwijze:
Duitse kakkerlakken kunnen zich heel snel voortbewegen, zowel over het plafond, muren en andere (gladde) oppervlakken. Duitse kakkerlakken kunnen bij hoge temperaturen ook vliegen.
Als Duitse kakkerlakken eenmaal binnen in een gebouw zijn, zoeken zij, (aangezien ze lichtschuw zijn) een warme, donkere en liefst vochtige schuilplaats.
Een omgeving met een temperatuur tussen de 25 ºC en 32 ºC geniet de voorkeur en kunnen ze zich hierin snel voortplanten. Men vindt ze onder meer achter en onder keukenkastjes, onder de koelkast, wasbakken, verwarmingsapparatuur, in putjes, bij aquaria, naden/kieren en in leidingkokers bij warmwaterleidingen.
Ze komen dus vooral in centraal verwarmde gebouwen en dan bij voorkeur in keukens en badkamers voor. Ook komen ze veel voor aan boord van schepen en op niet met een laag zand afgedekte vuilnisstortplaatsen. Het zijn alleseters met een voorkeur voor zoet, koolhydraten en vochtrijke voedingsmiddelen en afval. Ze eten echter ook dode dieren en uitscheiding van mens en dier. Bij gebrek aan voedsel eten ze ook papier, leer e.d. Een (volwassen) Duitse kakkerlak kan 10 tot 40 dagen zonder voedsel leven.
Ontwikkeling:
Volwassen wijfjes produceren gemiddeld 4-8 ei pakketjes in hun leven, welke gedurende 2 tot 5 weken (afhankelijk van de omgevingstemperatuur) aan het achterlijf mee wordt gedragen. De ei pakketjes worden vlak voordat de larven uitkomen op willekeurige plaatsen afgezet. Een ei pakket bevat gemiddeld 30 eitjes.
Een Duitse kakkerlakechtpaar kan in een jaar wel voor honderdduizend nakomelingen zorgen.
Een Duitse kakkerlak leeft gemiddeld 8 maanden.
Schade:
Ze bevuilen onder meer voedsel door het verspreiden van onder meer bacteriën en mijten en ze verslepen smetstoffen (salmonellosen).
Ze verspreiden een onaangename geur door uitscheiding van de rugklier. In de grote aantallen waarin ze voor kunnen komen, kunnen ze uitermate hinderlijk zijn.
Wering:
Preventieve maatregelen zijn onontbeerlijk. Bij overlast met Duitse kakkerlakken is het belangrijk het gebouw/woning goed te ventileren en de temperatuur zo laag mogelijk te houden. Het is belangrijk om goederen op kakkerlakken te controleren voordat u deze in huis haalt. Voedsel en afval dient goed opgeborgen te worden zodat kakkerlakken er niet bij kunnen komen. Berg restanten voedsel op in voorraadbussen/dozen. Levensmiddelen dienen op koele plaatsen opgeslagen te worden. Reinig de keuken grondig en regelmatig. Kieren, naden en doorvoeropeningen van leidingen dienen afgedicht te worden. Controleer ook na een vakantie naar een (subtropisch land) koffers op aanwezigheid van kakkerlakken.
Bestrijding:
Na een grondige inspectie door de bestrijdingsdeskundige in het pand/ruimte, eventueel met behulp van feromoonvallen, wordt een lokaasgel toegepast welke op alle mogelijke schuilplaatsen aangebracht wordt. Ook kunnen lijmvallen geplaatst worden. Na 2 tot 4 weken zal (meestal) nog een nabehandeling plaatsvinden.
Uiterlijk:
• Lichaamslengte 10 tot 15 mm. exclusief de antennes
• Strogeel tot lichtbruin van kleur met 2 zwarte lengtestrepen op de borstschild en lange antennes. Mannetjes zijn slanker en het achtereind van het achterlijf is niet geheel bedekt door vleugels.
• De larven (nimfen) hebben hetzelfde uiterlijk, maar zijn meestal donker van kleur en zijn ongevleugeld.
• De vrouwtjes dragen een ei pakket aan hun achterlijf met zich mee. Deze is bleekbruin gegroefd van kleur en ca. 8 mm lang. Een ei pakket bevat gemiddeld 30 eitjes.
Zilvervisjes, ovenvisjes en papiervisjes:
Zilvervisjes, ovenvisjes en papiervisjes zijn alle drie ongeveer een centimeter lang, smal en vleugelloos met drie staartdraden; ze bewegen zich voort als visjes. Hun leefomstandigheden zijn zeer verschillend; voor een effectieve bestrijding is het zaak te weten met welk beestje u te maken heeft.
Wij kunnen voor u een determinatie verzorgen, zodat u weet met welke franjestaart u te doen hebt.
Het zilvervisje en papiervisje zijn egaal van kleur. U kunt het zilvervisje onderscheiden van het papiervisje aan de hand van de lengte van de antennes. Het papiervisje heeft lichaamslange antennes; het zilvervisje niet. Het ovenvisje kunt u herkennen aan zijn gevlekte schubben.
Wanneer ze niet met het blote oog te onderscheiden zijn, kan de leefomgeving misschien uitkomst bieden.
Zilvervisjes
Zilvervisje leven in een vochtig klimaat; door goede ventilatie kunt u vocht afvoeren.
Ovenvisjes
Deze insecten leven het liefst bij hoge (oven) temperaturen. Wanneer ze levensmiddelen aanvreten kunnen ze bacteriën verspreiden; laat geen eten rondslingeren. Dicht plinten, kieren en naden en zorg dat de temperaturen in huis niet te hoog oplopen.
Papiervisjes
Papiervisjes eten o.a. papier, zijde, zetmeel- en cellulose houdende producten. Ze floreren in een Nederlands binnenhuisklimaat; houdt de woning droog en berg voedsel op. Bestrijding van papiervisjes kunt u het best overlaten aan een deskundige.
Herkent u ook de volgende problemen?
Beestjes in het bad,
Beestjes in de gootsteen,
Beestjes achter de plinten,
Beestjes in kasten,
Beestjes in boeken,
Beestjes in de keuken la, bed, pannen enz. enz.,
Neemt u dan vrijblijvend contact met ons op!
Wesp (Paravespula vulgaris Linnaeus:
De wesp heeft een karakteristieke gele en zwarte dwarstekening op het achterlijf. De wesp heeft stevige kaken en 2 paar doorzichtige vleugels. De overgang van borststuk naar achterlijf is sterk ingesnoerd (wespentaille). Wespen leven in groepen bij elkaar in een wespennest. In augustus en september worden er mannelijke wespen geboren en kort daarna nieuwe, doch nu vruchtbare wijfjes. Deze verlaten het nest om te paren. De mannelijke wespen sterven vrijwel direct na de paring, terwijl in de loop van het najaar alle inwoners (koningin + werksters) van het nest afsterven. Het oude nest wordt niet meer bewoond. De jonge bevruchte wijfjes zoeken een beschutte plaats op voor de overwintering om in het voorjaar een nieuwe kolonie te stichten. De nestgrootte varieert van 500 stuks tot zelfs enkele tienduizenden exemplaren in één nest.
Vanaf eind mei komen de eerste werksters voor. De werksters verzorgen verder het broed in het nest en de nestbouw. De werksters zijn 1 tot 1,5 cm lang. De koningin is iets forser. Een wespennest wordt slechts 1 seizoen bewoond. Wespen vangen en consumeren erg veel lastige en schadelijke insecten.
Schade:
Wespen kunnen hinderlijk zijn en pijnlijke steken toebrengen, en indien men een allergie heeft zelfs levensbedreigend voor mens en dier.
Wering:
Om wespen te weren kunt u horren in open ramen en deuren plaatsen. Voorkom voedselaanbod door vuilcontainers en afvalemmers gesloten te houden.
Wespennest verwijderen:
Cleaning Service Versteegh heeft de middelen om een wespennest op de juiste manier te verwijderen. Het is van het grootste belang dat u de uitvliegopening van een wespennest niet dichtstopt. Als u dit doet, bestaat er een grote kans dat de wespen een weg in de woning vinden. De overlast wordt daardoor alleen maar groter. Bovendien hebben wij de uitvliegopening nodig voor de bestrijding van het nest. Heeft u overlast van wespen neemt u dan contact met ons op!
Vlooien (algemeen, orde: Siphonaptera):
De zomer staat er weer aan te komen, en vele honden en katten eigenaren zullen weer alert zijn op de aanwezigheid van vlooien. Sommigen hebben na de terugkeer van een vakantie al eens te maken gehad met een grote overlast.
Na een vakantie van 3 à 4 weken zat het hele huis onder de vlooien. Gedurende de afwezigheid gaat de ontwikkeling explosief door!
Hoewel het meestal kattenvlooien zijn , komen deze vlooien ook bij honden voor en doen ze proefbeten bij mensen.
Vlooien zijn kleine bloedzuigende parasieten die voor veel overlast zorgen bij onze huisdieren. Maar niet alleen honden en katten zijn gevoelig voor vlooien. Ook de mens, het konijn en de fret kunnen het slachtoffer worden van de vlo.
De leefwijze van de vlo verklaart de explosieve overlast die na vakanties kan optreden. Om te beginnen hechten de eieren van de vlooien zich niet aan hun gastheer (uw huisdier).
Overal waar uw huisdier mag komen zullen de eieren zich verspreiden door afvallen, wegslingeren, schudden of krabben.
Ook als de volwassen vlo is ook de larve lichtschuw en zullen wegkruipen in kieren en naden. Afhankelijk van de trillingen en/ of temperatuurverschillen kan de pop 1 jaar in tact blijven.
Dit verklaart ook de overlast gedurende langere afwezigheid. Met zeer grote hoeveelheden ‘ontwaken’ de vlooien als de woning weer in gebruik genomen gaat worden. Een pas uit het ei gekomen vlo kan maanden zonder voedsel. Alleen een bevrucht wijfje heeft een bloedmaaltijd nodig om eieren te kunnen leggen.
Het is voor de gezondheid van mens en dier belangrijk dat deze insecten zich niet massaal kunnen ontwikkelen in huis!
De levenscyclus van de vlo:
De vrouwelijke vlo legt tijdens haar leven ongeveer 600 eieren. Na iedere bloedmaaltijd legt ze er ± 10 stuks. De eieren komen binnen 2-6 dagen uit. De larve doorloopt een aantal groeifases. Dit hele groeiproces duurt tussen de 9-26 dagen. Bij de overgang van de ene naar de andere fase vervelt de larve. In alle groeifases voedt de larve zich met uitwerpselen van de vlo, en ander organisch materiaal dat in het huisstof aanwezig is. De pop heeft 7-10 dagen nodig om zich te ontwikkelen tot een volwassen vlo.
Wormen:
Vlooien kunnen eitjes van de lintworm bij zich dragen. Als een hond of kat een besmette vlo opeet kan daaruit een volwassen lintworm ontstaan.
Ook kinderen kunnen zich op deze manier met een lintworm besmetten.
Wat u zelf kunt doen om een vlooienplaag te voorkomen is stofzuigen. (ongeveer 1 minuut per 2 vierkante meter.) Hierbij moet er wel aan gedacht worden om de stof zak na iedere stofzuigbeurt te vervangen.
Ter voorkoming van een vlooienplaag na de zomervakanties kan het zinvol zijn om het huis vooraf, preventief, te behandelen. Hierbij moet ook op plaatsen waar u normaal gesproken niet komt of loopt de behandeling worden uitgevoerd. Ook het regelmatig kammen van uw huisdier met een stofkam (rond de staart en achter de oren, onder de buik, tussen de tenen en in de liezen) kan helpen in de bestrijding van de vlo.
Heeft u na alle genomen maatregelen nog last van vlooien dan is het handig een bestrijding te laten uitvoeren.
Voor vragen kunt u vrijblijvend contact met ons opnemen!